De geboorte van het Landschapspark Vlaamse Ardennen
Duurzame nieuwkomer voor landschapszorg of doodgeboren praatgroep?
De Vlaamse Regering erkende op 13 oktober 2023 negen Vlaamse Parken: vier Nationale Parken en vijf Landschapsparken, waaronder ‘Vlaamse Ardennen’. Maar wat houdt deze erkenning precies in voor onze streek? De auteur onderwerpt het Landschapspark aan een kritisch onderzoek.
Tekst: Marion Dhondt
Ter opfrissing zetten we de onlangs erkende[1] Vlaamse Parken en de bedoeling erachter nog even op een rijtje:
- vier Nationale Parken: Brabantse Wouden, Hoge Kempen, Scheldevallei en Bosland;
- vijf Landschapsparken: Hart van Haspengouw, Vlaamse Ardennen, Zwinstreek, Maasvallei en Grenzeloos Bocageland.
Een Nationaal Park wil de natuur en biodiversiteit robuuster en duurzamer maken door op termijn een grote natuurkern van minstens 10.000 hectare met internationale uitstraling te creëren. De bedoeling van nationale parken is dat ze binnen de 24 jaar evolueren tot 75% natuurreservaten (type 4); dit impliceert strikte beperkingen door o.a. afstandsregels voor landbouw en industrie, extra afwegingskaders voor vergunningen (natuurdecreet), … De Scheldevallei van Gent tot Antwerpen is zo’n langgerekt Nationaal Park met water in de hoofdrol (onderdeel van de Blue Deal[2] in de strijd tegen wateroverlast en droogte).
Een Landschapspark focust op erfgoed, tradities en landschappen. Het Landschapspark Vlaamse Ardennen werd verkozen omwille van zijn bekendheid voor wielertoerisme (kasseistroken en hellingen) en zijn authentieke dorpen. Een landschapspark is in feite de motor voor streekontwikkeling met aandacht voor recreatie, natuur, erfgoed, landbouw, wonen, bedrijvigheid en toerisme.
Hoe is een landschapspark georganiseerd? Welke gevolgen heeft de erkenning van de Vlaamse Ardennen als Landschapspark? Welke impact heeft deze erkenning op de natuur, landbouw, wonen, recreatie en bedrijvigheid?
Algemeen is de gecoördineerde en geïntegreerde samenwerking met een langetermijnvisie een positieve aanzet om in onze regio de natuur, het milieu, de landbouw, het erfgoed, … duurzaam te beschermen en te versterken.
De plannen coördineren hoogstens bestaande initiatieven. Niks nieuws onder de zon
Bedenkingen
Maar verschillende vragen en bedenkingen duiken nu al op. Ten eerste omvatte de aanvraag voor erkenning al een masterplan (langetermijnvisie en – doelstellingen) en een operationeel plan (specifieke actiepunten). Diverse belangengroepen (Natuurpunt, RLVA, Boerenbond, Voka, …) en overheidsinstanties (provincie, gemeenten, Vlaamse administraties, …) schreven deze plannen uit. De plannen kwamen weinig democratisch tot stand zonder actieve burgerparticipatie (bottom-up)[3]. Ze verrassen niet, ze coördineren hoogstens bestaande initiatieven (zie voorbeelden in kader). Niks nieuws onder de zon dus.
Actiepunten operationeel plan:
- stimuleren stiltegebieden;
- versterken grondgebonden landbouw;
- verruimen werking Centrum Ronde van Vlaanderen;
- educatie en sensibilisering;
- onthardingsstrategieën;
- stimuleren korteketenverkoop;
- wegwerken vismigratieknelpunten;
- aandacht voor houtkanten;
- activeren diverse werkgroepen;
- …
De gemeenten Kluisbergen, Brakel, Zottegem, Herzele, ... ontbreken in het Landschapspark
Een tweede bedenking is dat het erkende Landschapspark Vlaamse Ardennen bestaat uit de gemeenten Oudenaarde, Zottegem, Ronse, Geraardsbergen, Maarkedal, Zwalm en Horebeke. Andere gemeenten van de Vlaamse Ardennen ontbreken, bv. Kluisbergen, Brakel, Herzele, … De samenstelling van de bestuursorganen (artikel 12 decreet landschapszorg) is vaag en onevenwichtig. De raad van bestuur met ondersteunende, coördinerende en uitvoerende rol omvat minstens 50% vertegenwoordigers van de deelnemende gemeentebesturen. De overige bestuursleden zijn vertegenwoordigers van IGS Solva, het provinciebestuur, de Vlaamse administratie, erkende toerisme-, streek-, natuur- en milieu-, jacht-, landbouw- en erfgoedverenigingen. Het Parkbureau, dat zal instaan voor het management van het park vanaf 2024, heeft geen actieve burgerparticipatie, -inspraak en -betrokkenheid.
Tandeloze tijger
Bovendien: de werking en beslissingen van het Parkbureau mogen geen verplichtingen of beperkingen opleggen aan alle eigenaars en gebruikers van gronden in het erkende landschapspark. De gemeentebesturen behouden hun volle, autonome bevoegdheid. Diverse belangengroepen eisten deze restricties om bestaanszekerheid en uitbreidingsmogelijkheden voor landbouw, wonen en industrie niet op het spel te zetten. Hierdoor worden het master- en operationele plan echter papieren, tandeloze tijgers.
Gelukkig kan het master- en operationeel plan wel indirect impact hebben op de motivering en beleidskeuzes in de regionale en lokale ruimtelijke planning en de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen! In de ruimtelijke plannen (RUP’s) kunnen de doelstellingen, actiepunten, … van het landschapspark uitgewerkt worden. In de beoordeling van aanvragen van een omgevingsvergunning voor industrie, wonen en landbouw kunnen de lokale besturen gevolg geven aan de visie, doelstellingen en acties van het Landschapspark! Dit kan via de afweging van de ‘goede ruimtelijke ordening’ en de ‘beleidsmatig gewenste ontwikkelingen’. Deze juridische doorwerking van het Landschapspark (bescherming van landschap, erfgoed, milieu en natuur) is mogelijk, maar spijtig genoeg in het dagelijkse vergunningenbeleid politiek gezien weinig realistisch. Misschien kunnen rechters ook voor de toepassing van de landschapsparkplannen corrigerend optreden?
Wat ook onduidelijk is, is de rol van de Regionale Landschappen (in ons geval Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen)[4] in de nieuwe structuur. Die rol wordt verankerd in het landschapsdecreet. De huidige doelstelling van de regionale landschappen, namelijk ‘het bevorderen van het draagvlak van de natuur en het beheer in uitvoering van het natuurdecreet’ wordt bovendien vervangen door ‘het bevorderen van de landschapskwaliteit door algemene landschapszorg en van de toegankelijkheid van het landschap via toeristische, recreatieve en educatieve maatregelen’.
Het financiële luik
Tot slot het financiële luik. Voor de realisatie van het masterplan Vlaamse Ardennen is jaarlijks een grote smak geld voorzien:
- Het begeleidingstraject voor de opmaak van een masterplan en een operationeel plan omvatte 100.000 euro;
- Europese, Vlaamse en provinciale subsidies worden hiervoor aangewend;
- De jaarlijkse financiering bedraagt in totaal 664.000 euro. Voor de effectieve financiering van concrete projecten is ongeveer de helft van dit jaarlijkse budget beschikbaar. We zijn benieuwd of deze financiering en de subsidiëring volstaan om een kantelpunt in de bescherming van landschap, erfgoed, natuur en milieu in onze Vlaamse Ardennen te creëren.
Is de resterende subsidiestroom nog groot genoeg om individuele milieu- en natuurverenigingen en particuliere landbouwers te ondersteunen?
Het nieuwe Landschapspark verdient het voordeel van de twijfel
Laten we eindigen met het voordeel van de twijfel en hopen dat deze nieuwe structuur een stevige duw geeft aan het vrijwaren en duurzaam uitbreiden van de landschapszorg, de natuur en het milieu in onze Vlaamse Ardennen. The proof of the pudding is in the eating.
Meer info: https://www.rlva.be/landschapspark
Dit artikel verscheen in het lentenummer van 'Onze Streek' 2024. Geen enkel artikel missen? Bekijk de andere ledenvoordelen en abonnementsformules.
[1] Landschapsconventie van de Raad van Europa, de International Union for Conservation of Nature (IUCN) en UNESCO & Decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse parken en algemene landschapszorg & Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken