De Vlaamse provincies maken de laatste jaren werk van een netwerk van zogenaamde fietssnelwegen of fietsostrades. Dat zijn fietsroutes die bij voorkeur bestaan uit wegen die voorbehouden zijn voor fietsers, en waar je een gemiddelde snelheid van 25 km/u kan halen (verplichte stops zoals verkeerslichten en verlenen van voorrang inbegrepen). Het doel is om fietsverkeer aantrekkelijk te maken, bijvoorbeeld voor pendelaars die wat verder van het werk wonen. Ook door het werkingsgebied van Milieufront Omer Wattez lopen enkele fietssnelwegen. De verbinding Oudenaarde-Gent is recent afgewerkt, en gaat door het leven als F45. Onze streek testte deze route uit.

Alle Vlaamse fietssnelwegen zijn herkenbaar aan het blauwe logo. Dat staat vaak op de baan geschilderd, met de bovenste punt van de driehoek in de richting waarin je moet rijden. Regelmatig kom je ook een overzichtsbord van de route tegen, zoals hier in Oudenaarde aan de ophaalbrug.

Na 200 meter maakt het comfortabele dubbelrichtingsfietspad langs de Schelde plaats voor 30 autoparkeerplaatsen. Als fietser moet je de straat op. Dit is een gemiste kans. Men had er hier voor kunnen kiezen om het fietspad door te trekken tot aan de Bekstraat, waar aan de overzijde een tweerichtingsfietspad begint. Maar dan moesten een dertigtal autoparkeerplaatsen sneuvelen.

Vanaf Eine loopt de fietssnelweg een stukje over het jaagpad langs de Schelde. Het jaagpad is eigenlijk de ‘oude’ fietsverbinding naar Gent. Die is met haar ca. 30 km weliswaar drie kilometer langer, maar wel grotendeels autovrij. Bovendien hoef je er minder te stoppen, maar daarover later meer.

Aan het gehucht Heuvel (Oudenaarde) rijd je de steilwand van de Schelde op tot aan de spoorweg. Veel fietssnelwegen liggen langs spoorlijnen. Een logische plek, want dat is vaak de kortste weg, en sterk stijgen of dalen moet je er nooit.

Het wegdek is op zijn zachtst gezegd niet altijd even comfortabel. In Asper (Gavere) moet je dwars door de dorpskern over een straat waar de klinkers schots en scheef liggen. Je deelt bovendien de weg met druk autoverkeer. Dit stuk is de naam fietssnelweg niet waardig, luidde het unanieme oordeel van het testcomité.

 

 

 

 

Af en toe wordt je manoeuvreervermogen stevig op de proef gesteld. In Gavere wordt de fietssnelweg even een fietstraagweg bij deze oversteekplaatsen.

De kruising van de fietssnelweg met de Stationsstraat in Gavere is duidelijk ontworpen door iemand die nooit op de fiets zit. Komende van Gent moet je twee keer oversteken: één keer op een plek waar geen oversteekplaats is, en een tweede keer om terug aan het aparte fietspad aan de linkerkant van de Steenweg te geraken. Dat tweerichtingsfietspad begint wel pas 20 meter verder, dus je moet even tegen de richting rijden, of toch maar tussen de hekjes manoeuvreren (zie boven).

Als dit strookje een fietssnelweg is, is de spoorlijn Oudenaarde-Gent een autosnelweg. In theorie kan je er misschien rijden, maar echt uitnodigend is het niet. Waarom hier geen fietsstraat?

Dit is al beter: een afgescheiden fietspad in beton of asfalt, keurig volgens de regels van het fietsvademecum (dus minstens 2,5 m breed).

Wel jammer dat je zo vaak moet stoppen om voorrang te verlenen.

Wat is dit? Hier zijn ze een stukje vergeten! Was het asfalt op? Wilde men de stop afdwingen door middel van een uitdagender wegdek? En moet je hier nu twee keer stoppen? Er staan immers twee witte lijnen: één aan het stopbord en één enkele meters ervoor.

Af en toe moet je van het rechte pad afwijken.

De markeringen zijn doorgaans goed leesbaar. Dit bordje is een geniepige uitzondering. De eerste keer dat ik er passeerde sloeg ik hier links af – 50 meter te vroeg - en strandde in een woonwijk. Aan 25 km/u zie je die ’50 m’ makkelijk over het hoofd.

In De Pinte krijgt de fietssnelweg vaak voorrang.

Deze oversteekplaats toont een hekjesvariant die wat fietsvriendelijker is. Geen nood aan circustoeren hier.

Net buiten ons werkingsgebied liggen twee nieuwe fietsbruggen die je over de E40 en de Ringvaart naar het centrum van Gent brengen. Puur fietsplezier op deze fraaie spiraal!

Conclusie

Onderweg hadden we veel vragen en bedenkingen over de criteria waaraan een fietssnelweg moet voldoen. Hoe breed moet het fietspad zijn? Moet het overal voldoen aan het Vademecum Fietsvoorzieningen? Hanteert men in alle provincies dezelfde normen? Zijn er regels vastgelegd voor voorrang? (Het antwoord is: neen. Daar wijden we misschien wel een volgend artikel aan.) Waarom wijkt men op zo veel plaatsen af van de kortste weg (namelijk de spoorweg)? Het lijkt erop dat de overheden die zich over de fietssnelwegen ontfermen er zelf niet helemaal uit zijn.

Veel lijkt ook afhankelijk van de gemeente: in Gavere word je omgeleid langs ronduit slechte wegen, terwijl het traject op grondgebied Nazareth volledig langs de spoorweg loopt. Je moet daar wel bij elke kleine landweg voorrang geven. (Een stopbord betekent voor fietsers zelfs dat je minstens even je voet op de grond zet!) In De Pinte krijg je als fietser dan weer meestal voorrang, behalve wanneer je een gewestweg kruist.

Om echt van een fietssnelweg te kunnen spreken, werden hier te veel compromissen gesloten. Duidelijke keuzes kunnen nochtans helpen: geef fietsers op de fietssnelwegen de voorrang die ze verdienen, zorg ervoor dat het traject er piekfijn bij ligt, en dat fietsers zich op elk moment veilig kunnen voelen. Zo trek je mensen echt over de streep om de fiets te nemen, niet met halfslachtige maatregelen.

Wat ons betreft is de F45 een alternatieve verbinding tussen Oudenaarde en Gent. Inderdaad, ze is korter dan het jaagpad langs de Schelde of dan de fietsknooppunten. Maar om een gemiddelde snelheid van 25 km/u aan te houden, moet je door de vele stops snel kunnen optrekken of erg hoge snelheden halen op de stukken langs de spoorweg. Fietsroute? Ja. Fietssnelweg? Neen.

Tekst: Pieter Van den Brande & Patrick Vandemenschbrugge, foto’s: Wim Schrever

Interessant artikel? Het verscheen in Onze Streek, het tijdschrift van Milieufront Omer Wattez. Word lid en krijg vier keer per jaar Onze Streek in je bus, boordevol boeiende schrijfsels over milieu, natuur en erfgoed in de Vlaamse Ardennen.