Kruishoutems E3-stort opnieuw brandend actueel

 

Het duistere verhaal achter het E3-stort

Voor de aanleg van de E17 (toen nog E3) werden in de jaren zeventig langsheen het traject van de snelweg grote zandwinningsputten uitgegraven. Onder meer het domein De Gavers te Harelbeke is hieruit ontstaan. Jammer genoeg werden deze putten niet overal natuurgebieden …

Tekst: Katrien Vanden Broecke – foto: Claude Descamps

In het landelijke Kruishoutem op de grens met Waregem begon het nochtans goed. Een grote ontginningsput in de Meirestraat werd initieel gebruikt en vergund als visvijver. Wel zeven hectare groot! Het was een idyllische, moerassige plaats waarin amfibieën goed gedijden vanuit de naastgelegen Zaubeek. De omgeving bestond uit uitgestrekte, vruchtbare landbouwgronden en weilanden. De kinderen van Waregem, Kruishoutem en Zulte speelden zorgeloos in en rond de beek en zwommen in de vijver.

Van vijver naar stort

Tot een zekere meneer Ghistelinck het potentieel zag van de put. Hij wist dat er veel geld te verdienen was met afval. Bovendien trok de E17 vele bedrijven aan, waaronder textielfabrieken die met hun afval geen blijf wisten.

Op het gewestplan kreeg de site in de Meirestraat de paarse kleur van industrie. Landbouwgronden op Kruishoutems grondgebied werden her en der gebetonneerd en het industrieterrein Zaubeek kreeg vorm. De waterloop de Zaubeek vormt nog steeds de natuurlijke scheiding met het in het westen gelegen landschappelijk waardevol agrarisch grondgebied Waregem en baant zich vanuit Kruishoutem een weg naar de Leievallei in Zulte.

Ondanks een eerdere weigering kreeg Ghistelinck de toelating tot het uitbaten van een stortplaats voor huishoudelijk, bouw- én industrieel afval voor de duur van vier jaar. Het jaar 1978 was de start van een continu af- en aanrijden van vrachtwagens volgeladen met afval. Ze kwamen uit alle windrichtingen. De oudere bewoners in de omgeving herinneren zich nog levendig de details. Controle bestond niet, de OVAM ook nog niet. Plastiek, kledij, tapijten, verf- en olieresten, duizenden kilo’s asbest en ander bouwafval, huishoudelijk afval, vaten met onbekende vloeibare inhoud … Het ging hier allemaal de grond in.

‘De vuilbak van Brussel’

De eens zo idyllische Zaubeek veranderde in een stinkende sloot. De kikkers en vissen gingen dood. De kinderen werden binnengehouden. Ondanks herhaalde klachten van buurtbewoners wegens het niet afdekken van gestort afval, de ondraaglijke stank en het niet naleven van de exploitatievergunning, bleef men ongestoord storten. De overheid liet begaan.

Eind november 1982 liet Paul Ghistelinck aan de transportfirma’s weten dat zijn stort op bevel van de directeur van Stedenbouw gesloten was. Dat was niet zo’n klap voor de exploitant, want op dat ogenblik was de stortplaats zo goed als volgestort. Enkele maanden voordien hadden vrachtwagens honderden tonnen Brussels huisvuil naar Kruishoutem gebracht. Kruishoutem werd toen wat spottend ‘de vuilbak van Brussel’ genoemd. Maar zelfs toen de put vol was, bleven er vrachtwagens aanrijden. De vuilnisbelt torende 5 meter boven het maaiveld uit. Toch was er geen vuiltje aan de lucht volgens de pas opgerichte OVAM.

Dit reuzenstort werd eind 1983 geheel met een laagje zand bedekt, en iedereen dacht toen ‘opgeruimd staat netjes!’ Maar hiermee waren in Kruishoutem de problemen de wereld niet uit. Integendeel, het werd daar nu bittere ernst. Buurtbewoners werden maandenlang geplaagd door onverklaarbare diarree. Een landbouwer wiens woonhuis en landerijen paalden aan de Zaubeek vond op één jaar tijd achttien stuks vee dood in zijn stal.

Ondrinkbaar grondwater

Aangezien de stortplaats in ‘den droge’ aangelegd diende te worden, werd het grondwaterpeil gedurende de ganse uitbatingsperiode kunstmatig laag gehouden, waardoor de pollutie binnen de perken bleef. Na de sluiting van het stort bleek uit opeenvolgende drinkwateronderzoeken dat de grondwaterkwaliteit systematisch achteruit ging. Een integere ambtenaar van OVAM raadde de inwoners aan om hun drinkwater elders te halen omdat er in het putwater ‘waarschijnlijk kankerverwekkende stoffen’ zaten. Deze man sprak profetische woorden … De omwonenden mochten de resultaten van de onderzoeken evenwel niet inkijken.

De inwoners zonder stadswater hadden geen drinkwater meer en durfden geen groenten meer te kweken in hun tuin. De landbouwers liepen inkomsten mis. Wanhoop, angst en woede heersten nabij het stort te Kruishoutem. Om de mensen te sussen, betaalde meneer Ghistelinck de drinkwateraansluitingen. De gemeente Kruishoutem voelde zich bekocht en vreesde zelf te moeten opdraaien voor de vervuiling.

Alsof de situatie nog niet gek genoeg was, kwam de eigenaar van het stort met een krankzinnig idee: boven op het stort een industriegebouw aanleggen waarin ski’s werden vervaardigd. Naast de fabriek zou hij ook een testpiste met een kabelbaan aanleggen. Kunt u het zich al voorstellen: ‘Skiën op een vuilnisbelt?’ Het wenen stond toenmalig burgemeester Paul Tant nader dan het lachen.

Onderzoeken toonden aan dat de vervuilingspluim met o.a. zware metalen (arseen, kobalt), benzeen, chloriden en detergenten zich vooral verspreidde richting Waregem via het grondwater en naar Zulte via de Zaubeek. De bewoners aan de overzijde van de Zaubeek werden hier echter nooit van in kennis gesteld …

Niet overtuigd door de ‘visproef’

De vervuilingsproblematiek leidde tot meerdere parlementaire vragen door milieuactivist F. Geyselings: wie is aansprakelijk? Wat zijn de resultaten van de onderzoeken door OVAM? Welke saneringsmaatregelen zullen worden genomen? Hij besloot met de woorden: ‘dit potje mag geenszins gedekt blijven!’

De CVP-minister pleitte (uiteraard) de overheid vrij en stak eerst de schuld op de boeren: hij beweerde dat de nabijgelegen mest- en beerputten het putwater en de beek bezoedeld hadden. Later werd van officiële zijde uiteindelijk toegegeven dat het putwater door het industrieel afval besmet werd. Grote beloftes werden gemaakt: ‘De vervuiler betaalt … sanering is noodzakelijk. Als de eigenaar weigert de kosten te dragen, zullen wij ze gerechtelijk op hem verhalen.’ Daarna bleef het stil … een nieuw parlement trad aan, zonder activist Geyselings. Het stort raakte stilaan begroeid. Niets deed nog vermoeden wat er zich onder bevond.

Of toch. Uit wanhoop omdat de overheid geen verdere stappen ondernam, hadden de omwonenden in 1988 een rechtszaak opgestart tegen de uitbater van het stort en aanvullend het Hof van Beroep te Gent. De aangestelde expert door de rechtbank kwam tot de vaststelling dat de op het stort gevonden giftige stoffen ook in de drinkwaterputten van de omwonenden aanwezig waren. Het stort was volgens hem toxisch voor mens, dier en flora. Toch sprak de rechtbank van Oudenaarde de uitbater van het stort vrij. De rechter bezocht hiervoor officieus de omgeving van de stortplaats. Daar stelde hij vast dat het stort overwoekerd was met onkruid. Dat deed bij hem twijfels rijzen over de toxische aantasting van de flora. Daarnaast was er de ‘visproef’, die volgens de rechter ook de thesis van de toxiciteit voor dieren aan het wankelen bracht. Visjes gingen weliswaar dood in het water van het stort en in stalen die vlak bij het stort werden genomen. Ze bleven evenwel in leven in het besmette putwater. Waarom de vis blijft leven en een koe van dit water zou sterven, was voor de rechtbank een raadsel.

Het Hof van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechter, maar gelukkig floot het hoger Hof van Cassatie hem terug voor zijn subjectieve vonnis. Jammer genoeg weigerde het parket om samen met de burgerlijke partijen in beroep te gaan op strafrechtelijk gebied. De buurt kreeg geen gerechtigheid. Opnieuw bleef het stil. Ondertussen gaat Ghistelinck door het leven als Paulownia nv.

De oorspronkelijke buurtbewoners verhuisden naar ‘gezondere oorden’. Jonge gezinnen, niet bekend met de aanwezigheid van een stortplaats, vestigden zich in het landelijke buitengebied in de omgeving van de Zaubeek te Waregem, Kruisem en Zulte. De amfibieën keerden zelfs terug naar de Meirestraat, getuige de jaarlijkse paddenoverzet en tellingen door Natuurpunt.

Flashforward naar 2022

Vandaag worden nieuwe huizen gebouwd, bronbemalingen verricht, boorputten geplaatst, tuinen besproeid, zwembaden gevuld. Hier en daar is er zelfs een enkeling die geen stadswater heeft. Melkkoeien grazen vrolijk in de wei. Landbouwers zaaien gewassen. Enkel bij de oudere buurtbewoners doet de glooiing naast de Zaubeek herinneren aan de oude stortplaats. Het potje bleef mooi gedekt en het stort Ghistelinck werd het vage verleden.

Tot mei 2022. Talrijke bulldozers reten het stort terug open. 4.500 (!) betonnen palen werden doorheen het stort geslagen. Zwarte stofwolken daalden neer over de omgeving. Arbeiders als marsmannetjes, de omwonenden niet ingelicht. Politici poseerden trots op de foto met de grote ontwikkelaars. Een reusachtig logistiek complex verrees in een recordtempo. ‘Het oude stort wordt gesaneerd!’

Gesaneerd? Opnieuw werden de milieuregels met de voeten getreden. Afval werd uitgegraven en in grote bermen gestapeld. Bij hevige regenval liep het vuile sop in de grachten en de Zaubeek. Controle door de overheid schiet opnieuw tekort. Van monitoring van het grondwater is geen sprake. De peilbuizen zijn zelfs verdwenen. Als klap op de vuurpijl blijkt de omgeving van de stortplaats ernstig vervuild met PFAS. Geen verrassing.

Veertig jaar later mogen de buurtbewoners opnieuw geen groentjes kweken in hun eigen tuin, eieren eten van hun kippen of putwater gebruiken. Vraag is of het voorheen wel veilig was? Of hoe brandend actueel de E3-put te Kruishoutem opnieuw geworden is …

 

Werkgroep Kruisem-Waregem

Wij zijn Geert Vens, Lucie Canty en Katrien Vanden Broecke, oprichters van de werkgroep Milieufront Omer Wattez Kruisem-Waregem. We vonden elkaar en vele anderen in ons streven naar een leefbare woonomgeving in Kruisem en Waregem.

Naar aanleiding van de recent ontdekte ernstige PFAS-vervuiling aan de voormalige stortplaats Ghistelinck, op de grens van Kruisem met Zulte en Waregem, gingen we ons verdiepen in de geschiedenis van deze stortplaats en de invloed op de ruime omgeving.

Zo kwamen we uit bij Milieufront Omer Wattez en vooral bij één van de pioniers: Marcel Nachtergaele. Jammer genoeg is er vandaag nog niet veel veranderd ten opzichte van de jaren 80. We wensen dan ook het noodzakelijke werk van MOW verder te zetten. We danken alvast het MOW-secretariaat en werkgroep Leievallei voor hun ondersteuning bij de opstart. We wensen Milieufront Omer Wattez met acties en activiteiten op de kaart te zetten in Kruisem en Waregem en zouden hiervoor graag samenwerken met bestaande verenigingen uit de regio. Inwoners van Kruisem en Waregem kunnen bij ons terecht op mowkruisemwaregem@gmail.com.

 

DIT ARTIKEL VERSCHEEN IN DE ZOMEREDITIE VAN ONS LEDENMAGAZINE ONZE STREEK 2023. WIL JE ONS NATUUR- EN MILIEUMAGAZINE OOK GRAAG ONTVANGEN? WORD DAN NU LID VAN MILIEUFRONT OMER WATTEZ EN KLIK HIER.