Op de natuurlijke bovenloop van de Molenbeek in Ronse, aan de voet van het wondermooie Muziekbos, wordt de zeldzame Rivierdonderpad aangetroffen, een Europees beschermde vissoort. Het contrast met de benedenloop in het centrum van Ronse kan amper groter zijn. Daar verandert het natuurlijk beekje in een schuimende stroom met gekleurd water en giftige afvalstoffen. Daar is het milieubelastend bedrijf Utexbel gevestigd, dat midden in een zone ligt die volgens het gewestplan van 1977 bestemd is als woongebied.

Al vanaf 1996 wordt het textielbedrijf stelselmatig uitgebreid, tot hiertoe in de breedte en binnenkort ook in de hoogte. Ook voert het bedrijf stelselmatig lozingen uit in de Molenbeek. Omdat dit complexe dossier al decennia aansleept, scheppen we nog eens duidelijkheid in de situatie.

Jarenlang zijn de Ronsenaars al getuige van het strategisch schaakspel tussen Utexbel en de overheid, waar Utexbel steeds als winnaar uitkomt. De belangrijkste troef is dat het bedrijf de grootste werkgever van Ronse is. Dit is de hoofdreden waarom de stad Ronse op 3 mei 2021 al voor de derde maal een positief planologisch attest heeft verschaft.

Tegenover het bieden van werkgelegenheid staat echter de levenskwaliteit van de omwonenden en van de stilzwijgende meerderheid van de eigen werknemers van Utexbel. Er dient bijzondere aandacht  geschonken aan de gezondheid van de werknemers die moeten werken met milieugevaarlijke of kankerverwekkende stoffen. Ook al worden er in het productieproces Permethrines,  organische fosforverbindingenen en PFT’s gebruikt, toch blijft Utexbel volhouden dat deze producten geen problemen vormen voor de volksgezondheid en het milieu.

Nochtans worden er door de Vlaamse Overheid lozingsnormen voor de Molenbeek opgelegd. En met reden ... Permethrine is een biocide die toxisch is voor insecten, katten, vissen en kleine waterorganismen. Volgens het U.S. Environmental Agency is het ook kankerverwekkend. De industriële organische fosforverbindingen zijn dan weer onveilig in gebruik en niet afbreekbaar in water. Bovendien zijn ze mogelijk ook giftig en milieugevaarlijk. Ook PFT’s zijn niet afbreekbaar.   

Herlokaliseren

Volgens het gewestplan diende Utexbel al  tegen 12 december 1994 te herlokaliseren naar een industriezone, maar het weigerde dat te doen. Het bedrijf bekwam toch een vergunning in 1994, maar die werd door de Raad van State vernietigd in 2002. Daarop verleende toenmalig minister Vera Dua in 2002 een tijdelijke vergunning van vijf jaar met het oog op herlokalisatie, maar opnieuw weigerde Utexbel daar voorbereidingen voor te treffen. Toch verkreeg het textielbedrijf in 2007 opnieuw een  vergunning voor 20 jaar voor de vestiging aan de César Snoecklaan. Maar deze werd bij arrest van de Raad van State in tijd beperkt tot 22 december 2021. Vervolgens verleende de deputatie van Oost-Vlaanderen op 1 juli 2021 opnieuw een vergunning voor 20 jaar.

Tegen deze vergunning werd bij Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir om verschillende redenen beroep aangetekend door Aquafin, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en Milieufront Omer Wattez vzw (MOW). Ook Utexbel zelf ging in beroep omdat het bedrijf de lozingsnorm voor fosfor te laag vindt. Onder andere daarom vroeg Utexbel tijdens deze lopende procedure via een zogenaamde wijzigingslus om bijkomende informatie toe te voegen aan het dossier. Ook wordt daarin gevraagd om de vergunningstermijn te veranderen naar vijf jaar. Door deze wijzigingslus is er een openbaar onderzoek tot 1 februari 2022 waarbij iedereen beroep kan aantekenen per brief aan het Stadsbestuur Ronse of rechtstreeks via het omgevingsloket.

In dit dossier werkt Utexbel, zoals steeds, volgens een vooraf bepaald patroon van kortetermijnstappen. De uitspraak van minister Demir wordt tegen 2 maart 2022 verwacht. Als de minister een vergunning verleent voor 5 jaar,  dan kan er tegen die beslissing in beroep gegaan worden bij de Raad voor Vergunningsbestwistingen. Dan is het wachten op de beslissing van de Raad en in de tussentijd kan het bedrijf gewoon op dezelfde manier verder werken in het woongebied.

Rioolwaterzuiveringsinstallatie

Sinds 2008 loost Utexbel bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen op de riool voor behandeling door de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Ronse. Deze installatie is echter enkel geschikt voor de verwijdering van niet-gevaarlijke afvalstoffen. De goede werking van de RWZI, uitgebaat door Aquafin, is dus sterk verweven met de kwaliteit van het afvalwater van Utexbel. Als er te veel giftige of gevaarlijke afvalstoffen geloosd worden, kan het water niet goed gezuiverd worden. De RWZI werkt voornamelijk via filtratie, via chemische defosfatatie (om fosfaat uit het afvalwater te verwijderen) en via een biologische behandeling voor stikstofverwijdering. Deze technologieën zijn uitstekend geschikt voor huishoudelijk afvalwater, maar niet voor het afvalwater van Utexbel. Daardoor scoort het effluent of het ‘gezuiverde water’ van de RZWI van Ronse zowat het slechtste van heel Vlaanderen.

Daardoor scoort het effluent of het ‘gezuiverde water’ van de RZWI van Ronse zowat het slechtste van heel Vlaanderen.

Op 19 november 2015 verkreeg de RWZI een vergunning geldig tot 18 november 2035. Daarin  werden in functie van Utexbel soepelere lozingsnormen toegestaan. Het textielbedrijf verkreeg tot 1 januari 2020 een afwijking van de Vlarem-lozingsvoorwaarden voor de parameters fosfor, stikstof en chemisch zuurstofgebruik (CZV). Op 9 januari 2020 werden deze versoepelingen verlengd tot 31 december 2024. Vanaf 2025 zijn echter de gewone Vlarem-voorwaarden van toepassing. Vanaf dan mag het gezuiverd afvalwater dat de RWZI verlaat, slechts 2 mg fosfor per liter bevatten.

De modaliteiten van de samenwerking tussen Utexbel en de RWZI moeten vastgelegd worden in een contract tussen Utexbel en Aquafin. In 2021 legde Aquafin een contractvoorstel voor aan Utexbel, maar het werd niet aanvaard. Daarbij was precies die parameter voor fosfor het heikele punt. Dat is niet verwonderlijk vermits deze parameter ook door Utexbel wordt betwist in de wijzigingslus rond het beroep waarover minister Demir zich nog moet uitspreken. Utexbel vraagt een lozingsvergunning voor 30 mg/l of 30 kg/dag totale fosfor, daar waar de betwiste vergunning  van 2021 de lozing van fosfor tot 10 mg/l of 10 kg/dag beperkt. De organische fosforhoudende vlamvertragers, gebruikt voor het brandwerend maken van stoffen, vormen hierbij het grootste probleem.

Utexbel vraagt een lozingsvergunning voor 30 mg/l of 30 kg/dag totale fosfor in plaats van 2 mg/l of 2 kg/dag.

Utexbel bestelde zelf een studie over de lozingsproblematiek voor de parameters fosfor en het chemisch zuurstofgebruik. Deze studie stelt na beperkt onderzoek dat de door Utexbel gebruikte organische fosforverbindingen, bestaande uit DMPPA, moeilijk afbreekbaar zijn, niet bioaccumuleerbaar zijn en niet toxisch voor de mens. De ecotoxiciteit voor het milieu werd echter weinig onderzocht. De vraag moet evenwel gesteld worden of deze studie relevant is. Eenvoudige opzoeking leert bijvoorbeeld dat de stof THPC (deze biocide is een andere organische fosforhoudende voorloper van brandvertragende materialen) die ook in de textielnijverheid gebruikt wordt om stoffen brandwerend te maken, wordt aangeduid als corrosief, giftig, milieugevaarlijk en kankerverwekkend.

Een biologische afvalwaterbehandeling van DMPPA vereist een sterk doorgedreven voorzuivering. Filtratie op actieve kool werkt niet voor deze verbinding. In de RZWI worden DMPPA, of de afbraakproducten ervan, voornamelijk in het slib geadsorbeerd. Ze komen dus minder voor in het effluent (het “gezuiverd” afvalwater dat geloosd wordt in de Molenbeek).

De toekomst

Utexbel beweert bereid te zijn verder onderzoek te doen naar een installatie waarmee het proceswater hergebruikt kan worden. Het bedrijf wil zogenaamd ook onderzoeken of het effluent gereduceerd kan worden door eventueel een opslagtank te plaatsen om het eerste spoelwater af te koppelen en te behandelen door indamping of filtratie. Maar ze zijn hier enkel toe bereid “mits dit alles economisch haalbaar is”.

In ieder geval is duidelijk dat de RWZI van Ronse technologisch niet geschikt is om het afvalwater van Utexbel efficiënt te zuiveren van alle parameters waarvoor Utexbel vergund is.

In ieder geval is duidelijk dat de RWZI van Ronse technologisch niet geschikt is om het afvalwater van Utexbel efficiënt te zuiveren van alle parameters waarvoor Utexbel vergund is. De enige mogelijkheid om tot een oplossing van de afvalwaterproblematiek te komen, is dat Utexbel zelf een goed functionerende afvalwaterzuiveringsinstallatie bouwt en zich afkoppelt van de RWZI Ronse. Vermits industriële organische fosforverbindingen niet biologisch afbreekbaar zijn, dient het waterzuiveringsslib verbrand te worden. Er mag geen verder uitstel meer gegeven worden.

Die nieuwe afvalwaterzuivering wordt best niet gebouwd in het woongebied aan de César Snoecklaan want een biologische waterzuiveringsinstallatie ter plaatse zal geurhinder voor de omwonenden tot gevolg hebben. De installatie zou bij voorkeur op een industrieterrein moeten staan met aanvoer van het afvalwater via een pijpleiding, zoals dit ook in andere steden in Vlaanderen bestaat. De investering voor dergelijke installatie moet op langere termijn financieel draagbaar zijn voor Utexbel, gezien er dan geen zuiveringskosten meer moeten betaald worden aan Aquafin. Tevens vormt dit een oplossing voor de tewerkstellingsproblematiek omdat een volledige herlokalisatie op die manier in fasen kan plaatsvinden.

Als Utexbel in Ronse wil blijven produceren is een vernieuwende toekomstvisie dus aan de orde. Aanhoudend vergunningen voor beperkte tijd afleveren in dit aanslepend dossier biedt geen soelaas. Het is nu aan minister van Omgeving Zuhal Demir om deze ingewikkelde knoop door te hakken en een aanzet te geven voor een oplossing op lange termijn.

STEUN MEE HET MILIEU, HET KLIMAAT EN HET ERFGOED IN ONZE STREEK EN WORD NU LID VAN MILIEUFRONT OMER WATTEZ! KLIK HIER.