Walter, een terugblik
Ballade van een natuurbeschermer
Tekst: Willem Dhaenens Beeld: Johan De Meester
Op een zonnige zaterdag vertoefde ik op het terras van De Ponthoeve in Zevergem met een gewaardeerde kompaan om ons gezamenlijk verleden uit te rafelen. Het was tijd om een veelkleurig portret te schilderen van dé voorvechter voor de natuur net bezuiden Gent: Walter Galle. Hij werd geboren in 1951 in een landbouwersfamilie met 8 kinderen. In 1975 studeerde hij af als landbouwingenieur 'waters-en-bossen', richting natuurbeheer. Het was het begin van een rijkgevulde carrière.
Hoe ben je op de idee gekomen om bio-ingenieur voor 'waters en bossen' te studeren?
Aanvankelijk was ik van plan om biologie te studeren. 1970 was het allereerste Europese natuurbeschermingsjaar. Mijn klastitularis op het Sint-Lievenscollege raadde me toen aan om als aspirant-natuurbeheerder 'waters en bossen' te studeren. Dat landbouwdepartement was toen verantwoordelijk voor het beheer van de Kalmthoutse Heide, de Westhoek en de Hoge Venen.
Jouw carrière speelde zich dus niet louter achter een bureau in Brussel af?
Neenee, ik heb ook in de politiek, het is te zeggen, in het beleid gezeten. In de eerste twee Vlaamse regeringen uit de geschiedenis (1981 tot 1991) werkte ik op het kabinet voor natuurbehoud onder het minister-presidentschap van Gaston Geens. Onder minister van natuurbehoud Paul Akkermans is in juni 1984 het bermbesluit ontstaan. Maaien moest vanaf dan na 15 juni. Dat ging over natuurbeheer buíten de natuurreservaten, en het is nog steeds van groot belang, zowel voor de insecten als voor de planten.
Willem Dhaenens (l.) in gesprek met Walter Galle (r.)
Herinner je je nog andere maatregelen voor natuurbehoud uit die periode?
We hebben ook de jacht op de houtsnip afgeschaft. De reacties waren toen verdeeld. 'In alle landen mogen ze daar op jagen en bij ons niet', klaagden sommigen. Verder is vooral de opstart van het Instituut voor Natuurbehoud in 1985 en het subsidiëren van natuurverenigingen voor aankoop en beheer van gebieden een belangrijke mijlpaal geweest. Maar ik had ook goede contacten met Wielewaal Schelde-Leie, waar Ulrich Libbrecht toen voorzitter was. Hij voerde een protestactie tegen de A9 en daaruit is de Stichting Omer Wattez (SOW of het huidige Milieufront Omer Wattez) ontstaan. We slaagden erin om de A9 tegen te houden door onze acties. Dat zou een autostrade geworden zijn zoals de E17.
Wij hebben hier in Zevergem de aanleg van de autostrade meegemaakt in 1967 en in 1970 de verbreding van de Schelde. Dat waren gigantische bouwwerven en de A9 zou ook zoiets worden. Het protest begon met Ulrich Libbrecht en met Paul Van Ceunebroeck. Ik ging toen maandelijks naar de Kattestraat in Oudenaarde (n.v.d.r.: het toenmalige adres van MOW). Toen al werd beslist dat SOW zich met beleid ging bezighouden en wij van De Stern en De Wielewaal meer met natuurstudie en -beleving.
Wanneer verschijnt de vereniging 'Natuurreservaten' ten tonele?
Toen ik op het kabinet werkte, hebben wij een subsidiesysteem ingesteld. Zo konden De Wielewaal, Natuurreservaten, Stichting Limburgs Landschap en vzw Durme geld ontvangen om gebieden aan te kopen. Natuurreservaten heette toen nog de BNVR (Belgische Natuur- en Vogelreservaten). Die hadden nog geen lokale afdelingen, maar Hugo Abts is daar later mee begonnen. BNVR werd gesplitst in een Waalse en een Vlaamse vereniging, respectievelijk Reserves Naturelles en Natuurreservaten. In die tijd werden ook de politieke partijen en veel grote verenigingen gesplitst.
Wanneer ontstond de natuurvereniging De Stern in Zevergem?
Met Hubert en Norbert Huys en Rik Mathys hield ik De Stern eind 1970 boven de doopvont. De eerste excursie was in december en het eerste 'tijdschrift' kwam er één jaar later. Dat waren eigenlijk maar vier pagina’s op stencil gedrukt in het Chirolokaal van het dorp. We gebruikten het Chirolokaal als vergaderruimte ofwel zaten we op de zulle van de toenmalige schilderswinkel Huys. Ik was ook lid van de BJN (de Belgische Jeugdbond voor Natuurstudie), die een maandelijkse excursie organiseerden. Een legendarische busreis naar Cap Gris-Nez in oktober 1971 inspireerde ons om dit in Zevergem ook te doen, met Hubert Huys als de grote voortrekker.
Beschouwde BJN De Stern niet als een soort concurrent?
Neen, integendeel. De BJN-leden zakten af naar Zevergem om aan onze excursies deel te nemen en omgekeerd behoorden sommige Sternleden tot de BJN. Ik had toen ook al connecties met Wielewaal Schelde-Leie die in 1968 gestart zijn. Toen we jaarlijks met Allerheiligen naar de Hoge Venen reisden onder begeleiding van Pol De Potter, Lucien Van Doorne en Odi Heyse van Wielewaal Schelde-Leie was Marc De Jonghe – die toen nog echt jong was - daar ook bij.
Hoe is de natuurvereniging aan haar naam gekomen?
Hubert Huys is een jaar of drie voorzitter geweest. In het bestuur werden taken verdeeld zoals redacteur van ons tijdschrift 't Sternke – dat ben jij lang geweest – een secretaris om de ledenbijdrages in te zamelen, en ik was natuurhistorisch secretaris: ideeën op tafel gooien voor excursies. Wij vonden de stern een sierlijke en sociale vogel, een mooi symbool voor onze jeugdige bonte groep natuurliefhebbers. Vogels waren ons eerste studiegebied maar ik was vooral een plantenman.
Van lnks naar rechts: Walter Galle, Willem Dhaenens en Rudy Van Geele in 1975.
Wanneer is je liefde voor planten opgeborreld?
Ik had in 1964 op Chirokamp in Sugny al een boek van de legendarische Flora mee (n.v.d.r.: een boek voor determinatie van soorten). Mijn interesse in planten ontstond dus al op 13-jarige leeftijd. Mijn hobby was natuurexploratie, maar in Zevergem was de hele jeugd bij de Chiro en zij speelden elke week voetbal. Dat was niets voor mij. Heel belangrijk in die beginperiode van De Stern was de studie in het veld, over de vogels en de planten en daarna ook de insecten. De natuurbescherming is pas een paar jaar later binnengeslopen. Toen veranderde de naam van 'Natuurvereniging De Stern' naar 'Vereniging voor Exploratie en Bescherming van de Natuur', de VEBN De Stern.
Inderdaad, ik heb toen met Luce Huys nog een lied op de gitaar gecomponeerd dat ons lijflied moest worden. Maar soit.
In 1980 is De Stern bij De Wielewaal gegaan, omdat zij vanwege subsidies meer afdelingen nodig hadden. Naast Schelde-Leie werd ook De Stern een aparte afdeling binnen De Wielewaal. Later splitste ook Schelde-Leie. Schelde-Leie heet nu Natuurpunt Vlaamse Ardennen plus met Dirk Criel als voorzitter. Want in de jaren 80 - en daar moet gij ook nog van weten, Willem - werd er niet alleen in de toenmalige SOW aan beleid gedaan. Ook De Stern richtte een werkgroep op naar aanleiding van de I-216, de waterloop die vanuit Eke Industriezone naar de Scheldemeersen stroomt. En we deden nog andere acties, zoals 'Voor een mooier dorp - STOP DIT!' We plaatsten toen op de jaarlijkse natuurdag overal bordjes waar zwerfvuil lag. Dat is trouwens nog steeds aan de orde!
Rond 1974 voerde De Stern acties tegen de kleiduifschietstand bij Doornhammeke. Het duurde tot 1982 voordat dat circus stopte. Toen dreigde een afsplitsing van onze actiegroep Los met Het Zevergems Gazetje omdat De Stern in onze ogen te weinig combattief was en te weinig bezig met natuurbescherming.
Als je met natuurbescherming bezig bent moet je je niet té heftig in acties storten waar ze je achteraf op kunnen pakken. Dat was juist de reden waarom SOW de felle acties op poten zette en niet De Wielewaal. Het waren nochtans dezelfde mensen, hé - maar onder een andere paraplu. Hier is de actie tegen de schietstand inderdaad eerst buiten De Stern gebeurd. Maar vanaf de jaren 80 zijn er met de werkgroep ook beleidsacties gevoerd binnen De Stern, en dus onder het hoedje van De Wielewaal.
Heeft De Stern een grote invloed gehad op de persoonlijke ontwikkeling van de toenmalige jongeren tot volwassenheid?
De uitstappen van De Stern zijn toch legendarisch geweest voor elke jongere toen. In de jaren 70 reisden we met de fiets naar de Braakman, met de bus naar De Peel, naar de Hoge Venen en naar Harchies. Daarna gingen we met enige regelmaat naar de Argonne, dat betoverende gebied voor vogels, orchideeën, enz. Er waren al jongeren uit Zwijnaarde van bij de start lid bij ons, zoals Isabel Vertriest, Harry Verwee, Frank Van Vlaenderen, enz. Daarna kwamen ze ook vanuit De Pinte, zoals Renaat Van Rompaey, Bart Coryn, Jan Verhoeye. Sommigen werden landbouwingenieur, bosbouw. Rudy Van Geele en mijn broer Guido volgden de cursus bosbouw. En nog zo veel meer. Dus ja, ge moogt gerust stellen dat De Stern een enorme invloed heeft gehad op vele mensen van Zevergem en omstreken.
DIT ARTIKEL VERSCHEEN IN DE LENTE-EDITIE VAN ONS LEDENMAGAZINE ONZE STREEK 2022. WIL JE ONS NATUUR- EN MILIEUMAGAZINE OOK GRAAG ONTVANGEN? WORD DAN NU LID VAN MILIEUFRONT OMER WATTEZ EN KLIK HIER.